Raadsfracties pleiten voor regulering wietteelt

GroenLinks, PvdA, SP en HSP willen gereguleerde wietteelt. Weg met het hypocriete softdrugsbeleid.

Update: de vragen zijn beantwoord, het college wil nog niet.

 

Dankzij het succesvolle, strikte Haagse coffeeshopbeleid is de criminaliteit in de softdrugsbranche vooral te vinden aan de ‘illegale achterdeur’: de teelt en distributie van hennep. Met het oog op een effectiever aanpak van deze criminaliteit, zijn, na Utrecht, nu ook de gemeente Groningen en Tilburg van plan de wietteelt te reguleren. GroenLinks, PvdA, SP en HSP willen dat de gemeente Den Haag aansluit bij dit initiatief.

Gemeente Den Haag
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden M. Bolle, M.D. Rietveld, G.H.M. Wijsmuller, I.M. Gyömörei

Den Haag, 14 mei 2013
Inzake: Regulering wietteelt
De gemeenteraad

De raadsleden mevrouw M. Bolle, de heren M.D. Rietveld, G.H.M. Wijsmuller en mevrouw I.M. Gyömörei hebben op 28 maart 2013 een brief met daarin twee vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Dankzij het succesvolle, strikte Haagse coffeeshopbeleid is de criminaliteit in de softdrugsbranche vooral te vinden aan de”illegale achterdeur”: de teelt en distributie van hennep. Met het oog op een effectiever aanpak van deze criminaliteit, zijn, na Utrecht, nu ook de gemeente Groningen en Tilburg van plan de wietteelt te reguleren.

1. Bent u op de hoogte van de bovenstaande acties om wietteelt te reguleren?

Ja.

2. Zo ja, bent u met ons van mening dat de gemeente Den Haag zou moeten aansluiten bij dit initiatief? Zo ja, op welke wijze gaat u dit invullen? Zo nee, waarom niet?

Het college stelt vast dat de gedachte achter het reguleren van wietteelt voornamelijk is dat hiermee de aan softdrugs gerelateerde criminaliteit wordt teruggedrongen. Het college vindt het initiatief dan ook sympathiek, maar wil niet naïef zijn. Er moet immers niet uit het oog worden verloren dat een groot deel van de illegaal in Nederland gekweekte wiet niet bestemd is voor de Nederlandse coffeeshops, maar voor de export. Al jaren wordt geschat dat tussen 80 en 90 % van de totale hennepteelt in Nederland voor de export is bestemd. Het reguleren van de wietteelt voor de lokale markt biedt dan ook voor het overgrote deel van de wiethandel en de daaraan verbonden criminaliteit geen oplossing. Dit neemt niet weg dat regulering een oplossing kan bieden voor de criminaliteit in verband met de “illegale achterdeur” bij coffeeshops. Het college vindt de vraag om aan te sluiten bij initiatieven echter nog te prematuur. Naast de omstandigheid dat dergelijke initiatieven onverlet laten dat een groot deel van de illegale hennepteelt en de daaraan verbonden criminaliteit blijft bestaan, ontbreekt er tevens een juridische basis voor de regulering van wietteelt. In dat kader wijst het college op de brief van 1 maart 2013 van de Minister van Veiligheid en Justitie waarin hij nog eens benadrukt dat de geldende wet- en regelgeving duidelijk is: regulering van de hennepteelt is in strijd met VN-verdragen, EU-recht en de Opiumwet. Er is geen ruimte voor gemeentelijke initiatieven die daarvan afwijken. De burgemeester heeft bij de Minister van Veiligheid en Justitie bepleit de kwestie van de wietteelt c.a. te agenderen voor het zogenaamde artikel 19 overleg, het overleg van de Minister en de regio burgemeesters. Landelijke coördinatie ter zake is gewenst.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de locoburgemeester,
Annet Bertram Marnix Norder