Binckhorst

Het rauwe is geen randje, maar de kern van de Binckhorst

Het Omgevingsplan voor de Binckhorst is een pilot vooruitlopend op de Omgevingswet die in de toekomst de bestemmingsplansystematiek gaat vervangen. De gemeente is al vier jaar bezig met de ontwikkeling van dit Omgevingsplan. Het blijkt een helse klus om de bestaande belangen in de Binckhorst te koppelen aan de ambities die de gemeente heeft met het gebied. De gemeente wil het stoere bedrijfsterreinkarakter van de Binckhorst behouden, maar tegelijkertijd ruimte reserveren voor 5.000 nieuwe woningen. Het plan stond op de agenda van de raadscommissie van 15 september, maar de raadsleden vonden het plan nog niet rijp voor besluitvorming. Eerst gaat er in werkgroepverband nog eens goed gekeken worden naar de plannen. Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij, is blij met het uitstel.

Hieronder zijn commentaar op het Omgevingsplan:

Het omgevingsplan Binckhorst lijkt vooral een compromis. Gezocht is naar een evenwicht tussen flexibiliteit voor nieuwe ontwikkelingen en rechtszekerheid voor de bestaande bedrijven. De ambtenaren en alle betrokken ondernemers en organisaties verdienen een enorm compliment voor het vele werk. Het is een razend ingewikkeld plan met 2.000 pagina’s tekst inclusief de onderliggende onderzoeksrapporten. Waar in bestemmingsplannen tot in detail bestemmingen en bouwregels zijn vastgelegd, wordt in het Omgevingsplan veel in het vage gelaten. Zo krijgt bijna het gehele gebied de bestemming Transformatiegebied met veel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen.

In het plan wordt de Binckhorst gekarakteriseerd als een gebied met een rauw randje. Dat klinkt leuk, maar ik zie de Binckhorst als één groot ruig, divers en industrieel gebied. Het rauwe van de Binckhorst is geen randje, maar het hart van de Binckhorst. Het immense bedrijventerrein vormt een vruchtbare humuslaag waarin veel tot bloei komt. Initiatieven die elders in de stad misplaatst of ongewenst zijn, bloeien hier op. Ik vraag me af of die humuslaag straks niet teveel vervuild wordt door alle nieuwe ontwikkelingen. De markt maakt dankbaar gebruik van het inmiddels hippe en vrijgevochten imago van de Binckhorst in de marketingcampagnes van hun woningbouwplannen, maar maakt niet duidelijk hoe het karakter van de Binckhorst behouden kan blijven. Wel de lusten, maar niet de lasten.

De Omgevingswet heeft o.a. tot doel om participatie van bewoners en bedrijven wettelijk te verankeren. Ik zie dat in deze pilot nog niet terug en dat verbaast me.

Als het gaat om nieuwe plannen voor nieuwe ontwikkelingen in de Binckhorst dan is het credo: “Wie het eerst komt, die het eerst maalt”. Slimme marktpartijen met goede contacten met de gemeente en voldoende kapitaal gaan er straks met de beste locaties vandoor. Nu al is veel van de beschikbare ruimte voor woningbouw al vergeven aan projectontwikkelaars. Wordt er getoetst op kwaliteit? En wat betekent dit credo voor minder draagkrachtige partijen zoals zelfbouwinitiatieven, groepswonen, en maatschappelijke en sociaal-culturele initiatieven? Ik vrees dat er straks ook geen ruimte meer is voor broedplaatsen, start-ups en maakindustrie, terwijl we dat nu juist hard nodig hebben.

De Binckhorst is nog steeds het grootste bedrijventerrein van de stad. Betaalbare bedrijfsruimte is ruim aanwezig en blijft essentieel voor de werkgelegenheid in de stad. Nieuwe woningen zijn hard nodig, maar we hebben ook plek nodig voor nieuwe bedrijven. Zeker in een stad die blijft groeien. De kritiek en zorgen van de bestaande bedrijven deel ik. Het Omgevingsplan mag de rechten van de bestaande bedrijven weliswaar gewaarborgd hebben, de woningbouwplannen maken hun positie toch kwetsbaar. Ook is het de vraag of zij straks nog wel kunnen uitbreiden. We moeten dus voorzichtig zijn met woningbouw en laten we eerst de nieuwe Bedrijfsterreinenstrategie van de gemeente bespreken voor we gaan experimenteren met dit Omgevingsplan.

De Haagse Stadspartij bemoeit zich al jaren intensief met de Binckhorst. De organische ontwikkeling die in de tijd van de crisis plaatsvond in de Binckhorst heeft veel moois opgeleverd. Met vereende krachten hebben organisaties als I’m Binck en de SHIE samen met de bestaande bedrijven en culturele ondernemers veel bereikt. De Caballerofabriek, Binck 36, de Besturing, Kompaan, Capriole, MOOOV, industrieel erfgoed zoals de Fokkerhal en de bedrijfshallen Komeetweg/Orionstraat zijn pareltjes die de Binckhorst extra glans geven. Waar deze en milieubelastende bedrijven zoals de asfalt- en betoncentrales wegbestemd dreigden te worden bepalen zij nu met de iconische havenkranen en hun bedrijvigheid en creativiteit het beeld van de Binckhorst. Wat de Haagse Stadspartij betreft gaan we volop door op die weg.