vergadering

Haagse Stadspartij: ‘Betrek bijstandsgerechtigden bij beleid’

De Haagse Stadspartij vindt het belangrijk bijstandsgerechtigden actief worden betrokken bij het bijstandsbeleid. Vanuit hun persoonlijke ervaring weten zij namelijk als geen ander wat er speelt en tegen welke problemen de cliënten van de dienst sociale zaken en werkgelegenheid tegenaan lopen. Op dit moment lijken bijstandsgerechtigden echter geen directe inspraak te hebben op het beleid.  Raadslid Sanne van der Gaag vindt dit een gemiste kans en heeft hierover schriftelijke vragen aan het college gesteld.

Het raadslid mevrouw Van der Gaag heeft op 19 augustus 2017 een brief met daarin vijf vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

De Haagse Stadspartij heeft begrepen dat bijstandsgerechtigden in Den Haag geen rechtstreekse inspraak hebben op het beleid van SZW. De Haagse Stadspartij vindt het belangrijk dat beleid zoveel mogelijk in samenspraak met de mensen waarover het gaat wordt ontwikkeld en daarom leg ik, onder verwijzing naar artikel 30 van reglement van orde, de volgende vragen aan het college voor:

1. Is het college met de Haagse Stadspartij van mening dat het beter is om samen met de stad beleid te maken dan beleid te maken voor de stad zonder de bewoners daar actief bij te betrekken?

Het college vindt het uitermate belangrijk om samen met de stad het beleid te ontwikkelen. Dit belang is verwoord in het Actieplan Burgerparticipatie 2016 – 2020 (RIS295898).
Het actieplan bevat een visie van het college op burgerparticipatie (‘samen leven, samen kiezen, samen doen’), vertaalt deze naar concrete doelstellingen en beschrijft de maatregelen die het college vanaf 2016 treft om een stevige impuls te geven aan burgerparticipatie. Participatie is een veelgebruikte term in de gemeentelijke context. Het actieplan gaat over burgerparticipatie. Dat wil zeggen over situaties waarin burgers, partners in de wijk en (sociaal) ondernemers zelf initiatieven nemen óf door het gemeentebestuur worden uitgenodigd om mee te denken, mee te praten of mee te beslissen over gemeentelijk beleid of de uitvoering daarvan.

2. Is het college het met de Haagse Stadspartij eens dat bijstandsgerechtigden vanuit hun persoonlijke ervaringen zinvolle input kunnen geven voor het ontwikkelen en verbeteren van het beleid van SZW? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt er precies vormgegeven aan het betrekken van cliënten bij het SZW beleid ?

Het college is van mening dat bijstandsgerechtigden vanuit hun persoonlijke ervaring een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van beleid en verbetering van uitvoering bij de dienst SZW. De dienst SZW is een organisatie die van haar cliënten wil leren. Daarom onderzoekt zij bijvoorbeeld op regelmatige basis welke ervaringen de cliënten heeft ten aanzien van haar dienstverlening. Zo is aan mensen die een bijstandsuitkering hebben aangevraagd, gevraagd naar de mate van tevredenheid over de behandeling door de dienst SZW. Ook organiseert men bij de dienst SZW zogenaamde klantreizen. Bij zulke bijeenkomsten wordt een beperkt aantal klanten uitgenodigd die aangeven wat zij belangrijk vinden in contact met de dienst SZW. Ervaringen en meningen van de deelnemende bijstandsgerechtigden vormen dan het onderzoeksmateriaal.
De onderzoeksresultaten worden gebruikt om de dienstverlening bij de dienst SZW te verbeteren en worden meegenomen in de continue ontwikkeling van beleid en uitvoering.
Deze ervaringen van cliënten met betrekking tot de dienstverlening binnen de dienst SZWkomen aan bod in de brief aan de commissie Samenleving op 2 augustus 2016; RIS297618.

3. Hoe kijkt het college in dit kader naar de rol van de cliëntenraad sociaal domein en de deelraad Participatie ?

De rol van de Cliëntenraad Sociaal Domein (in het vervolg Brede Raad genoemd) en de deelraad Participatie in het kader van beleidsvorming bij de dienst SZW, is:
• het college gevraagd en ongevraagd adviseren,
• knelpunten in de uitvoering van het beleid of van lacunes in het beleid signaleren en voorleggen aan de dienst SZW
• of anderszins de belangen van cliënten en/of cliëntengroepen vertegenwoordigen.
Het college vindt het zeer waardevol dat de gemeente op reguliere basis spreekt met vertegenwoordigers van diverse cliëntengroepen over onderwerpen binnen het sociale domein die de cliënten raken. Naast advisering is de signaalfunctie van de deelraad Participatie en de Brede Raad in de Cliëntenraad Sociaal Domein van grote waarde. Deze raden geven door middel van de signalen aan hoe bijstandsgerechtigden het beleid ervaren.

4. Wie zitten er precies in de cliëntenraad sociaal domein en de deelraad Participatie? Hoeveel individuele cliënten en hoeveel organisaties? En hoeveel van de aan de cliëntenraad deelnemende organisaties hebben een (subsidie)relatie met de gemeente?

Alle benoemde leden van de Brede Raad en de deelraad Participatie vertegenwoordigen een (belangen)organisatie die gezien haar doelstelling en werkwijze betrokken is bij de belangen van cliënten. In de Brede Raad zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Stichting MARA, Stichting Platform VG Haaglanden, FNV Lokaal, Bernardusschool (vertegenwoordigd door de Koetsveldschool), Stichting Haagse Vaders, Intercultureel Platform Segbroek, Stichting Kompassie, Stedelijke Ouderen Commissie en de Stichting Voorall. Daarnaast neemt de voorzitter van het Platform JONG doet mee! deel aan de vergaderingen van de Brede Raad.
In de deelraad Participatie zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Stichting Platform VG Haaglanden, ANBO, FNV Lokaal, Haeghe Groep, Jeugd Interventie Team, Stichting Kompassie, Stichting Leergeld Den Haag, Sociaal Juridisch Stadsoverleg (vertegenwoordigd door het Juridisch Loket), Stek, Stichting Straatconsulaat, Vluchtelingenwerk en Stichting Voorall.
In de deelraad Participatie zijn 12 organisaties vertegenwoordigd; van deze organisaties ontvangen 8 organisaties subsidie van de gemeente Den Haag. In de Brede Raad zijn 9 organisaties vertegenwoordigd; van deze organisaties ontvangen 6 organisaties een subsidie van de gemeente Den Haag. Van de genoemde organisaties ontvangen drie organisaties expliciet subsidie van de gemeente Den Haag voor de belangenbehartiging van hun cliënten.

5. Is het college bereid om met plannen te komen waarmee de mogelijkheid tot inspraak en input van bijstandsgerechtigden op het SZW beleid wordt gerealiseerd?

Het college is van mening dat de ervaringen van bijstandsgerechtigden voldoende over het voetlicht worden gebracht door de Brede Raad en de deelraad Participatie van de Cliëntenraad Sociaal Domein. Daarbij onderzoekt de dienst SZW veelvuldig en op verschillende manieren hoe bijstandsgerechtigden de uitvoering van het beleid ervaren. Dat kan leiden tot een aanpassing van het beleid bij de dienst SZW. Daarom is het college van mening dat extra plannen niet noodzakelijk zijn op het gebied van inspraak van bijstandsgerechtigden.

Het college van burgemeester en wethouders,
de locosecretaris, de burgemeester,
Koen de Snoo Pauline Krikke