11 Sep 2011. Wildgroei van dakopbouwen bedreigt monumentaal karakter.
De Haagse Stadspartij luidt n.a.v. een bouwplan voor het Thomsonplein de noodklok over het monumentale erfgoed van de Bomen- en Bloemenbuurt.
Update: De vragen zijn beantwoord.
Joris Wijsmuller: “De schoonheid van een bouwblok aan het Thomsonplein ontworpen door de wereldberoemde architect Jan Duiker dreigt door de bouw van een enkele dakopbouw voorgoed verpest te worden.”
De Bomen- en Bloemenbuurt zijn destijds heel zorgvuldig ontworpen met een hoge architectonische kwaliteit. Grote namen als Duiker, Bijvoet, Brandes, Wils en Kropholler hebben hier gewerkt in een tijd waarin de overgang naar moderne architectuur plaatsvond.
De Haagse Stadspartij heeft middels schriftelijke vragen opheldering gevraagd over het bouwplan aan het Thomsonplein en wil een betere bescherming, niet alleen voor de Bomen- en Bloemenbuurt, maar ook voor de Heester- en Vruchtenbuurt. Joris Wijsmuller: “Dit soort incidentele dakopbouwen leidt tot verrommeling van het straatbeeld en uiteindelijk tot verloedering van de buurt. Een aanwijzing tot beschermd stadsgezicht lijkt me niet alleen noodzakelijk, maar ook goed voor de wijk.”
Ophef over dakopbouwen in de Bomen- en Bloemenbuurt
(HaagWestNieuws, 12 Oct 2011)
De Haagse Stadspartij luidde vorige week de noodklok naar aanleiding
van een bouwplan voor het Thomsonplein. “De schoonheid van een bouwblok
aan het Thomsonplein ontworpen door de wereldberoemde architect Jan
Duiker dreigt door de bouw van een enkele dakopbouw voorgoed verpest te
worden”, aldus fractievoorzitter Joris Wijsmuller. De Haagse Stadspartij
heeft middels schriftelijke vragen opheldering gevraagd over het
bouwplan aan het Thomsonplein en wil een betere bescherming, niet alleen
voor de Bomen- en Bloemenbuurt, maar ook voor de Heester- en
Vruchtenbuurt. Joris Wijsmuller: “Dit soort incidentele dakopbouwen
leidt tot verrommeling van het straatbeeld en uiteindelijk tot
verloedering van de buurt. Een aanwijzing tot beschermd stadsgezicht
lijkt me niet alleen noodzakelijk, maar ook goed voor de wijk.”
Inmiddels heeft de Haagse Stadspartij bijval gekregen van een aantal
gezaghebbende architecten. “In het algemeen zie ik geen bezwaar tegen
toevoegingen aan bestaande gebouwen, maar waar het zoals hier gaat om
werk van grote architecten past terughoudendheid. Belangrijke
architectuur moet je gaaf houden. Je gaat toch ook niet een verdieping
op het Gemeentemuseum plakken? Dus afblijven van voorbeeldige
architectuur zoals van Jan Duiker, Jan Wils, Dudok en zo vele anderen
die Den Haag zijn waardige gezicht hebben gegeven”, aldus architect
Herman Hertzberger. Architect Wessel de Jonge valt bij: “De
stedenbouwkundige verloedering van Berlage-wijken in Den Haag grijpt
steeds verder om zich heen. Het toelaten van individuele en
ongenuanceerde optoppingen op de woonblokken is een belangrijke oorzaak
hiervan. Nu blijkt zelfs de verminking van het Duiker-ensemble aan het
Thomsonplein door zo’n dakopbouw geen taboe meer!” Ook kunsthistoricus
Jan de Lange protesteert tegen de stedenbouwkundige verloedering. “Het
moge duidelijk zijn dat bij een dergelijk belangrijke architect
zorgvuldigheid bij toevoegingen op zijn plaats is. Het zou jammer zijn
als een prachtig puntgave architectuur door onvoldoende zorgvuldigheid
voor een volgende generatie niet in zijn geheel bewaard zou blijven.” Op
de Thomsonlaan zelf blijven de bewoners nuchter. “Tsja, ik snap best dat
als je gezin groeit en je hier prettig woont je voor een dakopbouw kiest
om de woonruimte te vergroten. En sommigen dakopbouwen zijn best mooi
gelukt, neem bijvoorbeeld die daar naast de Gordijnerie. Die past toch
mooi bij het huis?”, nuanceert een bewoonster. Haar buurvrouw snapt de
commotie gedeeltelijk. “Het is een historische wijk, maar het heeft geen
monumentenstatus of iets dergelijks. Trouwens zo’n dakopbouw valt nog
reuze mee, ik ben juist blij dat ze investeren in hun huis. Er zijn ook
mensen die de boel van binnen en buiten ernstig laten verloederen, die
zouden ze aan moeten pakken!”
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van het raadslid de heer G.H.M. Wijsmuller
Den Haag, 11 oktober 2011
Inzake: Dakopbouw Thomsonplein
De gemeenteraad
Geachte voorzitter,
In de Posthoorn van 17 augustus 2011 staat gepubliceerd dat het college een beschikking heeft afgegeven voor het veranderen van een winkel met eengezinswoning door het plaatsen van een extra verdieping m.b.t. het perceel Thomsonplein 12. Hierover heb ik onder verwijzing naar het desbetreffende artikel van het reglement van orde de volgende vragen voor het college.
Het raadslid de heer G.H.M.Wijsmuller heeft op 8 september 2011 een brief met daarin acht vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
1. Is het juist dat Thomsonplein 12 onderdeel is van een stedenbouwkundig ensemble van de wereldberoemde architect Jan Duiker?
Ja.
2. Is het college er van op de hoogte dat het werk van Jan Duiker, naar het oordeel van velen, behoort tot het beste wat in de Nederlandse architectuur tot stand is gekomen en dat Duiker een belangrijke vertegenwoordiger was van de Nieuwe Zakelijkheid of het Nieuwe Bouwen van de jaren ’20-’40?
Ja.
3. Is het juist dat dit ensemble onderdeel is van het Plan Berlage? Zo nee, waarom niet?
Dit is correct, het ensemble is onderdeel van het uitbreidingsplan van Berlage.
4. Is het college met mij van mening dat een solitaire optopping een ernstige inbreuk kan betekenen binnen stedenbouwkundige ensembles? Zo nee, waarom niet?
Het College deelt deze mening niet. Wij zijn van mening dat met name de gordel ’20-’40 geschikt is voor dakopbouwen. In deze periode zijn veel twee- en drielaagse woningen gebouwd met een plat dak. Deze woningen zijn gewild en geschikt voor gezinnen, maar ze worden soms te klein bevonden voor gezinnen. Om deze bewoners bij gezinsuitbreiding toch de mogelijkheid te bieden om in de wijk te kunnen blijven wonen worden dakopbouwen mogelijk gemaakt. Daarbij is bewust de keuze gemaakt dat de ensembles, waaruit het grootste gedeelte van deze wijken bestaat, zouden worden onderbroken door dakopbouwen.
In het geval van het Thomsonplein is overigens bij recht al een dakopbouw mogelijk; het Bestemmingsplan Bomenbuurt (1989) staat 3 bouwlagen toe. De Welstandscommissie ziet erop toe dat de dakopbouwen architectonisch deel blijven uitmaken van de ensembles. Daarmee is de ruimtelijke kwaliteit van de ensembles naar onze mening gewaarborgd. Bij uitzondering is op een aantal ensembles geen dakopbouw mogelijk. De meeste van deze ensembles liggen in de beschermde stadsgezichten, maar er zijn ook enkele ensembles buiten de beschermde stadsgezichten waar geen dakopbouw mogelijk is. Zo is aan het nabij het Thomsonplein gelegen Papaverhof (rijksmonument) geen dakopbouw mogelijk. De status van het stadsgezicht (rijks-, gemeentelijk- of niet-beschermd) zegt in principe weinig over de mogelijkheid een dakopbouw te realiseren; ook in rijksbeschermde stadsgezichten als Benoordenhout zijn op veel plekken dakopbouwen mogelijk.
In het kader van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) zijn alle panden van Duiker geïnventariseerd en is er destijds een representatieve selectie gemaakt van Duikerpanden welke in aanmerking kwamen voor bescherming. Den Haag kent veel bebouwing van hoge kwaliteit uit de periode 1850-1940. De selectiecriteria voor individuele plaatsing zijn dan ook hoog. Derhalve is toen ook voor de Duikerpanden besloten niet alle panden/ensembles individueel te beschermen maar een selectie ervan. In het geval van de panden van Duiker aan het Thomsonplein is besloten om deze niet te beschermen.
5. Waarom heeft het college de beschikking afgegeven?
Op grond van het bestemmingsplan Bomenbuurt, zoals dat in 1989 door de raad is vastgesteld, is het reeds bij recht mogelijk om een derde bouwlaag toe te voegen. Dit betekent dat het een zogenaamde gebonden beschikking betreft, welke aanvraag niet geweigerd kon worden. Zie verder onder 4.
6. In hoeverre heeft het college mogelijkheden om ongepaste optoppingen in Berlagewijken van Den Haag te voorkomen?
De Gemeente Den Haag kan dit voorkomen door middel van een bestemmingsplan, waarin geen mogelijkheden voor dakopbouwen worden opgenomen.
7. In het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) is bepaald dat consolidatie en herstel van de bebouwing en de stedenbouwkundige structuur van de Bomen-en Bloemenbuurt uitgangspunt is. Hoe kan het dat het college dan toch toestemming geeft voor deze optopping?
In het MIP zijn bijzondere stedenbouwkundige ensembles benoemd in onder andere de Bomen- en Bloemenbuurt. Het Thomsonplein zit hier niet bij. Wij achten een dakopbouw niet strijdig met de bijzondere stedenbouwkundige kwaliteiten van de wijk. Zie verder onder 5.
8. Is het college met mij van mening dat de Bomen-, Bloemen-, Heester- en Vruchtenbuurt aangewezen zou moeten worden tot beschermd stadsgezicht vanwege de bijzondere monumentale en stedenbouwkundige kwaliteiten? Zo nee, waarom niet?
Het college deelt deze mening niet. In het MIP is op basis van een uitgebreide inventarisatie een groot aantal wijken voorgedragen als rijksbeschermd- of gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Voor de gordel ’20-’40 is op basis van deze inventarisatie besloten een groot deel van Benoordenhout aan te wijzen als rijksbeschermd stadsgezicht en het Laakkwartier als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Het beleid ten aanzien van beschermde stadsgezichten is in de tussentijd niet gewijzigd. Wij zien daarom geen aanleiding om de genoemde wijken voor te dragen als beschermde stadsgezichten.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen