Voor het kerstreces luidde de Haagse Stadspartij de noodklok. Bij de Haagse Stadspartij maken we ons al jaren zorgen over de maatschappelijke opvang en de toename van dakloze gezinnen. Ouders met hun kinderen komen door het tekort aan woningen op straat te staan. Meerdere malen hebben onze raadsleden hier aandacht voor gevraagd, moties opgesteld en schriftelijke vragen over ingediend. En we gaan door na het reces.
Via verschillende kanalen krijgen wij casussen te horen over kwetsbare gezinnen die op straat dreigen te eindigen of al op straat zijn gezet. In één week kregen wij diverse verontrustende berichten van professionals die met hun cliënten tegen een muur van onverschilligheid aanlopen. En dit gaat door in 2020. Een vrouw met drie kinderen van acht en vier jaar en twee maanden oud dreigen op straat te eindigen. De moeder is volgens de gemeente Den Haag “zelfredzaam”. De begeleider en advocaat van deze moeder hebben geprobeerd om meer tijd voor de vrouw te winnen zodat zij in het opvanghotel kon zoeken naar een huis buiten de randstad. Helaas is dat niet zo snel te realiseren.
De keus is dus gemaakt om een vrouw met kinderen op straat te gooien met als gevolg dat Veilig Thuis ingeschakeld wordt om haar kinderen af te pakken (want kinderen horen niet op straat), worden jeugdwerkers ingeschakeld, gastouders ingeschakeld en de vrouw kan dan weer opnieuw een traject beginnen bij het daklozenloket. Dit kan dus allemaal vermeden worden door een vrouw maatschappelijke opvang te bieden op basis van dat ze niet zelfredzaam is, WMO begeleiding heeft en actief op zoek is naar woningen buiten de randstad. Je begint je dan wel af te vragen of het college van Den Haag nog enige regie heeft of heeft het geen idee wat voor beleid er wordt toegepast.
Volgens Fatima Faid, raadslid van de Haagse Stadspartij, creëert de gemeente meer problemen dan dat het oplost. En gaat het in tegen het beleid van het college met de mooi luidende naam “geen kind op straat”.
De Haagse Stadspartij heeft een rondvraag tijdens de commissie samenleving aangevraagd om de wethouder van Alphen te vragen hoe het kan dat slachtoffers van huiselijk geweld met 3 minderjarige kinderen op straat worden gezet.
De volgende vragen worden aan de wethouder gesteld:
1. Vind de wethouder iemand met drie kleine kinderen, slachtoffer van zwaar huiselijk geweld, zonder netwerk, geen huis heeft, geen Nederlands spreekt en WMO begeleiding krijgt zelfredzaam? En kan de wethouder dit toelichten?
2. Hoe vaak per jaar komen vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld en rechthebbende zijn op een plek in de vrouwen/maatschappelijke opvang niet in deze opvang wegens geen plek? Graag cijfers uit 2019.
3. Hoeveel gezinnen zaten er in 2019 in hotels, vakantieparken etc in Den Haag en hoeveel daarvan zijn één ouder gezinnen op de vlucht voor geweld?
4. Hoe lang was de verblijfsduur?
5. Wat is de gemiddelde leeftijd van die kinderen?
6. In principe hanteert de gemeente de regel “geen kind op straat” maar hoe kan het dat voor het reces dit gezin op straat werd gezet door de gemeente? Dit hebben we kunnen voorkomen door inschakeling van een advocaat en nu 2 weken later als nog doodleuk op straat wordt gezet?
7. Wat is nu precies het beleid rondom daklozen gezinnen in Den Haag rondom het adagium “ geen kind op straat’?
8. Tijdens een bezwaarprocedures kortgeleden is er opnieuw door de gemeentelijke ambtenaar aan een moeder met 3 kleine kinderen gezegd dat zij 1 van haar kinderen bij jeugdzorg kon onderbrengen zodat zij naar de maatschappelijke opvang kon. Is het nu wel of geen beleid van de gemeente om ouders te scheiden van hun kinderen?
9. Hoeveel kinderen zijn er ondergebracht bij jeugdzorginstellingen nadat hun ouders dakloos zijn geworden? Graag cijfers van 2018 en 2019,
10. Hoe verklaart de wethouder het dan dat de dagelijkse ervaringen van gezinnen niet overeenkomen met het beleid?
11. Is de wethouder het met ons eens dat dit niet alleen vanuit mensenrechten gezien een onwenselijke situatie is maar dat ook de maatschappelijke en financiële kosten veel hoger zijn wanneer kinderen om reden van dakloosheid van hun ouders gescheiden worden? In hoeverre is dit een afweging in het beleid?
12. Is de wethouder bereid om voor elk gezin dat op straat komt te staan maatwerk te leveren waarbij het belang van de kinderen voorop staat?
13. Wat doet de wethouder en dit college nu meer dan alleen het rijk oproepen tot meer actie? Hoe staat het bijvoorbeeld met het financieren van extra gepaste opvangplekken voor gezinnen?
14. Zijn de criteria om überhaupt in aanmerking te komen voor een opvangplek verhoogd? Zo ja wat is er bij gekomen?
15. Krijgt iedereen die zich meldt en wordt afgewezen een beschikking? Ook de alleenstaande daklozen?
16. Hoeveel bezwaarprocedures zijn er geweest in 2019? Zit hier een stijging in?