Verlies van Eneco moet duurzaamheidswinst opleveren

Een kaskraker, de zilvervloot, alsof er een lot uit de loterij is gewonnen. De verkoop van de aandelen Eneco voor 4,1 miljard euro levert ruim 1 miljard euro meer op dan verwacht. Ook de opbrengst voor Den Haag (679 miljoen met 16,55% van de aandelen) pakt veel hoger uit. Wat te doen met al die poen?

Met de verkoop van Eneco aan de Japanse multinational Mitsubishi wordt niet alleen het tafelzilver verkocht; ook een belangrijke partner in duurzaamheid én het Haagse stadsverwarmingsnet worden met de verkoop vervreemd. Tegenover de opbrengst van 679 miljoen op korte termijn staan verliezen op de lange termijn: de jaarlijkse dividenduitkering (tussen 11 en 17 miljoen) valt weg, het Haagse warmtenet – waar 19.000 huishoudens van afhankelijk zijn – komt in vreemde handen, en we verliezen grip op de duurzaamheidsdoelen van Eneco, alle mooie beloftes van Mitsubishi (‘Eneco blijft zoals het is’) ten spijt. Bij overnames wordt er wel vaker wat beloofd.

We kunnen nu een debat voeren over Mitsubishi, die zichzelf met deze aankoop een goede positie op de Europese energiemarkt weet te verschaffen, en of zij als bedrijf schoner of nog vervuilender zijn dan b.v. Shell. Maar die discussie heeft weinig zin en is achterhaald: een meerderheid van de gemeenteraad heeft zich eerder (toch) voor verkoop uitgesproken, een ruime meerderheid van de 44 aandeelhoudende gemeenten heeft dat ook al lang gedaan, en dit is nu domweg het resultaat. Met een opbrengst die voor Den Haag zeker 275 miljoen hoger is dan werd verwacht. Het debat moet nu gaan over de vraag hoe we dit kapitaal van de burger, want dat is het, zo duurzaam mogelijk voor de stad gaan inzetten.

De eerder gemaakte afspraken van de inmiddels gevallen coalitie gingen voorzichtig uit van een opbrengst van 300 á 400 miljoen waarvan 70% naar OV-infrastructuur en gebiedsontwikkeling zou gaan, en slechts 30% naar een ‘revolverend fonds’ voor de energietransitie. Een revolverend fonds betekent dat het geld als lening voor dit specifieke doel beschikbaar is, maar ook weer in het fonds moet terugkomen. In een tijd waarin het vanwege de lage rentestand nog nooit zo goedkoop was om geld te lenen, maak je met zo’n leenfonds niet het verschil. En verschil moet er wel degelijk worden gemaakt, want de opgave is enorm: Den Haag wil al in 2030 klimaatneutraal zijn.

Er wordt nu onderhandeld over een nieuwe coalitie met ook nieuwe afspraken over de financiën. De eerder gemaakte afspraken over de verkoopopbrengst schieten voor de klimaatdoelstelling tekort, en het is nu de vraag wat er met de 275 miljoen aan extra opbrengst gaat gebeuren. Daar heeft de Haagse Stadspartij wel ideeën voor. De gemeente moet met het kapitaal van de burger het Haagse warmtenet terugkopen, onrendabele toppen afdekken voor nieuwe collectieve warmtesystemen en hernieuwbare warmtebronnen, een Verduurzamings Ontwikkel Maatschappij (VOM) oprichten met kennis en subsidies om huiseigenaren te helpen alle woningen, wijk voor wijk, straat voor straat, en huis voor huis te verduurzamen, en corporatiewoningen helpen te verduurzamen zonder dat dit tot huurverhoging leidt.

Nu de verkoop van Eneco en daarmee het verlies van een partner in duurzaamheid een gegeven is, moet dit de stad daadwerkelijke duurzaamheidswinst gaan opleveren. Zodat de klimaatdoelstelling haalbaar wordt en de energietransitie betaalbaar, voor alle Hagenaars.