Na 14 uur vergaderen (van 10.00 tot middernacht) is op 28 oktober 2010 de asociale bezuinigingsbegroting van het college ongeschonden aangenomen. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij maakt de balans op en schrijft wat de lokale partij dit jaar heeft bereikt en verloren tijdens de begrotingsdebatten.

“De coalitiepartijen hielden elkaar krampachtig vast, en het college hield de hand stevig op de knip. Op een begroting van 2,2 miljard is de bestemming van welgeteld 1,51 miljoen euro gewijzigd. 1 miljoen was de fooi die het college exclusief aan de coalitiepartijen heeft toegeworpen, en dit wordt nu besteed aan nog meer leer-werkplaatsen. De overige 510.000 euro werd buiten het college om gevonden en aangewend door…. de Haagse Stadspartij! Als enige partij hadden we in de gaten dat dit het moment was om incidentele vrijvallende potjes van de gemeenteraad (in totaal 160.000 duizend euro door ijverig te bezuinigen) een andere bestemming te geven. Op voorstel van de Stadspartij en GroenLinks gaat nu 70.000,- euro naar een kleine reparatie van het Kunstenplan (Kosmopolis Den Daag), en 90.000,- euro naar taallessen voor vrouwen (st. OBV). Daarnaast gaat op ons voorstel de uitvoering van de natuurspeeltuin in de Schenkstrook eindelijk van start! Dit zou eigenlijk betaald gaan worden uit de opbrengst van woningbouw in Mariahoeve, maar nu die woningbouw in het groen (godzijdank!) is uitgesteld, is er 350.000,- euro gevonden in het budget van de Nota Spelen.

De vele voorstellen uit de tegenbegroting van de progressieve oppositie (GroenLinks, PPS, Partij voor de Dieren en Haagse Stadspartij) zijn zoals verwacht stuk voor stuk verworpen. Ook de voorstellen van de conservatieve oppositie (SP en PVV) hadden geen schijn van kans. De Islam Democraten en Partij voor de Eenheid verkozen bij de verdeling van de middelen op voorhand al een plek aan de zijlijn. Politiek gezien is
er dus weinig gebeurd, of het moet dan toch het amendement voor Kosmopolis zijn. Want dit bleek het spannendste voorstel van de avond. Dankzij een nipte, progressieve meerderheid (inclusief PvdA en D66) redde dit het net (23 om 22). Daarmee is het eerste bewijs geleverd dat er in de huidige constellatie best wat mogelijk is, tenminste als PvdA en D66 het willen. Jeltje van Nieuwenhoven wil misschien wel getuige haar aankondiging dat de PvdA op het gebied van armoedebeleid, welzijn en cultuur wil repareren als in het voorjaar blijkt dat er inderdaad zoals ik heb aangegeven (zie onderstaand betoog) een meevaller uit het gemeentefonds komt.

De begrotingsbehandeling was naast het traditionele oeverloze heen en weer gepraat,
wat naarmate de dag en avond vorderde steeds joliger werd, uiteraard ook het moment om door middel van moties grote of vooral kleine accenten te zetten. De Haagse Stadspartij had er 14 in petto:

– Ecologische planning bij bomenplanten
– Geen geld meer voor Sarnamihuis
– Uitvoering Natuurspeelplaats
– Financiële coach voor jongeren
– Alcoholgebruikersruimte
– Herziening van de structuurvisie
– Leegstandsbestrijding
– Voorkomen braakliggende terreinen
– Openbare toiletten voor dames
– Onderzoek naar opvang voor zeehonden
– Verbetering schuldhulp
– Norfolkterrein als campingterrein
– Gratis fietsenstalling Haagse Markt
– Tegengaan monopolie Albert Heijn

Na een aantal toezeggingen hebben we 6 moties weer ingetrokken, want: de Natuurspeeltuin gaat er na de toezegging van wethouder Norder komen. Wethouder Dekker gaat de ecologische planning verbeteren en komt binnen een half jaar met voorstellen over uitbreiding van openbare toiletten. Wethouder Smit gaat een inventarisatie maken van de mogelijkheden voor uitbreiding van de stallingmogelijkheden voor de fiets bij de Haagse Markt. Wethouder Klein onderkende de toenemende schulden bij jongeren en gaat in overleg met het JIP kijken of en hoe er een budgetcoach kan komen. En wethouder Kool gaat zich gaat inspannen om te zorgen dat schuldhulpaanvragen binnen een maand in een traject komen. Daarnaast hebben we 2 moties uit eigen beweging ingetrokken. Het statement over de waanzin dat het Sarnamihuis tegen beter weten in overeind wordt gehouden is gemaakt (zie onderstaand betoog), maar het in stemming brengen zou contra-productief werken. En de zeehondenmotie is na een betoog van de Partij voor de Dieren weer veilig opgeborgen. Onze enige motie die het haalde (alleen PVV stemde tegen) was de motie om de Haagse programmering van Stadsomroep te waarborgen. Bijzondere vermelding verdient de leukste motie van de avond, uit de koker van Peter Bos. Wethouder Henk Kool moest ‘m ontraden, maar stak meer energie in het enthousiast voorlezen van de motie. En bij de stemming stak Kool achter de rug van Van Aartsen stiekem zijn hand op omdat hij eigenlijk toch voor was:

De gemeenteraad Den Haag, in vergadering bijeen op 28 oktober 2010, ter bespreking
van de begroting 2011-2014 (RV 123);

Constaterende dat:
– langs de route van het Centraal Station naar de Torenstraat (een afstand van 1
kilometer) maar liefst zes Albert Heijn vestigingen zijn gelegen;
– er in de binnenstad slechts gekozen kan worden tussen Albert Heijn en Albert Heijn
als het gaat om het bezoeken van de supermarkt.

Overwegende dat:
– een gevarieerd winkelaanbod belangrijk is ook en juist voor de binnenstad;
– monopoly een spelletje moet blijven en geen dagelijkse realiteit,

Verzoekt het college er alles aan te doen om de vestigingen van AH in de binnenstad te decimeren, te liquideren, te vermorzelen, te verpletteren, te verwoesten, weg te vagen, af te breken, te mollen, te gronde te richten, te vernietigen, plat te gooien, te ruïneren, te slopen, of anderszins te minimaliseren.

Joris Wijsmuller

Het AD had overigens voorkeur voor onze knuffelmotie over zeehonden (uit de koker
van Nic Timmerman) getuige het artikeltje op de voorpagina van vandaag met de kop ‘Den Haag Geen Pieterburen’. Maar goed, na alle zin (zie ook betoog hieronder) en onzin en 14 uur vergaderen is de wereld niets veranderd.”

Bijdrage Haagse Stadspartij eerste termijn begrotingsbehandeling 30-10-2010:

“Zoals u weet is het motto van de Haagse Stadspartij ‘Audi et alteram partem!’ Hoor
de tegenpartij, luister naar de ander! Ik wil allereerst even kwijt dat ik het
schandalig vind dat velen in deze raad niet eens het fatsoen kunnen opbrengen om gewoon even te luisteren naar bewoners die de moeite hebben genomen om hier te komen inspreken. Dat is echt respectloos. Dit mag bij de volgende raad niet meer gebeuren!
Audi et alteram partem hield ik een maand geleden ook het college voor, en we hebben met de progressieve oppositie een tegenbegroting gepresenteerd waarmee is aangetoond dat pijnlijke bezuinigingen niet noodzakelijk zijn. Namens de Haagse Stadspartij heb ik betoogd dat het nieuwe college besmet is met het rechtse bezuinigingsvirus, en de stad schade dreigt toe te brengen door fors te bezuinigen. Deze bezuinigingen zijn niet alleen voorbarig, maar ze verstoren het prille economische herstel. Door de bezuinigingen zullen juist meer banen verloren gaan. Het college zet een rem op cultuur, en daarmee een rem op een belangrijke aanjager van de economie. Door te snijden in armoedezorg, ouderenzorg kinderopvang en welzijn krijgen bovendien kwetsbare groepen de rekening van de crisis gepresenteerd die veroorzaakt is door hebberige banken en bestuurders. En het college heeft geen oog voor de heilzame werking van de crisis, en is nog niet doordrongen van de noodzaak om het ruimtelijk beleid duurzaam om te gooien. Het roer moet echt om. Dat was samengevat mijn verhaal vorige maand. Ik wil nu vooral stilstaan bij wat er de afgelopen maand is veranderd.

Allereerst is het financiële perspectief gewijzigd, want er is een nieuw
regeerakkoord. Met het nieuwe akkoord wordt de oude koppeling tussen rijksuitgaven
en gemeentefonds hersteld, de zogenaamde ’trap op, trap af’-systematiek. Dat
betekent dat de bijdrage uit het gemeentefonds niet langer, zoals in de begroting
wordt verondersteld, bevroren blijft. Neen, het financiële perspectief is gunstiger
geworden en het accres zal de komende vier jaar juist groeien. Raar dat Dekker,
Klein en Smit dit niet noemden toen zij deze week beweerden dat het nieuwe
regeerakkoord positieve punten voor de gemeente bevat. De VNG heeft becijferd dat de
bijdrage uit het gemeentefonds de komende jaren niet zal dalen, maar juist
cumulatief en structureel zal stijgen. Ik heb de VNG-cijfers vertaald naar de Haagse
begroting, en kom dan tot een meevaller van minimaal 50 miljoen! In de pers hebben
het college en de coalitiefracties al geroepen dat er ook tegenvallers aan komen,
maar dat is nog maar de vraag. De meeste van die tegenvallers staan al ingeboekt in
de begroting en verder gaat het om verlaging van een aantal doeluitkeringen dat in
principe geen invloed heeft op het begrotingssaldo. Uiteindelijk zal een
bestuursakkoord tussen Rijk en VNG duidelijkheid verschaffen, maar nu al is zeker
dat het financiële perspectief rooskleuriger is dan in de begroting is voorgesteld.
Dat is overigens geen verwijt aan dit college, omdat het nieuwe regeerakkoord er
simpelweg nog niet was toen de begroting werd opgesteld. Nu wij echter beter weten,
daag ik de wethouder van Financiën uit. Kunt u bevestigen dat de komende jaren het
accres uit het gemeentefonds zal stijgen? Onderkent het college dat hiermee de
noodzaak om te bezuinigen wordt verminderd? En als u zich beroept op onzekerheid: is
het college bereid om het advies van de VNG te volgen om “vooralsnog ‘geen kaalslag’
te plegen, maar om te wachten met het invullen van verdere negatieve verwachtingen
tot het moment waarop de koepelorganisatie een bestuursakkoord met het Rijk heeft
gesloten.”? En is het college bereid om als er meevallers zijn bij de voorjaarsnota
met voorstellen te komen om de bezuinigingen op armoedebeleid, ouderenzorg, welzijn en cultuur terug te draaien?

De belangrijkste conclusie vandaag moet zijn dat de harde bezuinigingen helemaal
niet nodig, en in ieder geval voorbarig zijn. Dat hadden we overigens al aangetoond
met de tegenbegroting. Afgelopen maand hebben wij in de commissievergaderingen
gemerkt dat de collegepartijen weinig open staan voor onze tegenbegroting. En ook
vandaag blijkt dat weer, getuige de flauwe manier waarop de heer Revis (VVD) en
mevouw van Vroonhoven (CDA) zojuist Heleen Weening (GroenLinks) op de tegenbegroting aanvielen. Uw stelling dat de tegenbegroting financieel ondeugdelijk is, is echt onzin! Op deze manier verlaagt u het niveau van het debat en probeert u te verbloemen dat er gewoon ook andere keuzes gemaakt kunnen worden. Het snijden op armoede, cultuur en welzijn is uw keuze. Ik ben het daarmee niet eens, maar kom er gewoon voor uit. Wij zullen u via amendementen andere keuzes aan u voorleggen.
Politiek is keuzes maken, dus laat maar zien of u kiest voor hard en kortzichtig
snoeien, of voor sociaal en duurzaam bloeien. Waait u mee met de heersende rechtse
wind, of blijft u zelf nadenken en komt u samen met ons tot een progressieve
bijstelling?

Het nieuwe regeerakkoord is dus financieel niet ongunstig, maar heeft absoluut
ingrijpende, negatieve gevolgen voor Den Haag. Wat dat betreft hebben Van Aartsen,
Norder en De Jong zeker gelijk, want met name voor het sociale vangnet, de
krachtwijkenaanpak, het openbaar vervoer, voor milieu, natuur en voor cultuur zijn
de vooruitzichten ronduit slecht. Ook dit nieuwe perspectief moet consequenties
hebben voor onze begroting. Want hoe geloofwaardig zijn de zorgen die de
burgemeesters van de G4 deze week over de sociale zekerheid en de gevolgen voor de grote steden hebben geuit, wanneer een grote stad als Den Haag zelf snijdt in het
armoedebeleid?

En ik wil mevrouw De Jong vragen of zij met dit nieuwe, sombere perspectief het
überhaupt nog wel verantwoord vindt om zelf fors te bezuinigen op cultuur. Wat
blijft er dan over mevrouw de Jong van uw ambitie om in 2018 culturele hoofdstad van
Europa te worden? Ik zie nog steeds misplaatste plaatjes van potsierlijke
cultuurpaleizen voorbij komen, terwijl de directeur van de culturele hoofdstad het
al heeft opgegeven en deze week is vervangen. Eerst Wim van Krimpen, toen Louis
Behre en nu dan Aus Greidanus. Het lijkt wel een slechte voetbalclub, waar
voortdurend van coach wordt gewisseld. Waar bent u nu eigenlijk helemaal mee bezig,
wethouder? En over cultuur gesproken: wij zijn gewend dat cultuursubsidies op basis
van een onafhankelijk advies verstrekt worden. Maar opvallend is dat dit college op
twee punten is afgeweken van de tussentijdse evaluatie van het Kunstenplan. Zo wordt
Kosmopolis ondanks het positieve advies veel meer gekort dan andere instellingen. En het Sarnamihuis wordt ondanks het zoveelste negatieve advies toch met kunst- en
vliegwerk overeind gehouden. Voor wie het niet weet, en dat zijn er velen: het
Sarnamihuis is een introverte organisatie die op een eigen locatie het Hindostaanse
culturele erfgoed uitdraagt en daarmee nog geen 3 bezoekers per dag trekt, want het
zijn er slechts 1000 per jaar. De Hindustaans – Surinaamse geschiedenis hoort zeker
bij de Haagse geschiedenis, en zou bv een plek moeten krijgen in het Haags
Historisch Museum. Maar er is geen enkele rechtvaardiging om met subsidie dit
introverte initiatief tegen beter weten en adviezen overeind te houden. Het college
maakt daar desondanks een uitzondering voor, spreekt hiervoor andere potjes zoals
welzijn en integratie aan, en heeft daar 70.000 euro voor over. Bezuinigen op
welzijn, maar hier dan wel geld voor reserveren; legt u dat eens uit? En kan de
wethouder van integratie uitleggen wat het met integratie te maken heeft om dit in
zichzelf gekeerde initiatief in stand te houden? En is bijvoorbeeld Kosmopolis, die
wel naar buiten treed, verbindingen legt, nieuwe doelgroepen aanspreekt en het
internationale karakter van de stad versterkt, vanuit integratie niet juist veel
interessanter om te ondersteunen? Graag een reactie van de betrokken wethouders. En omdat het Kunstenplan van de raad is, en deze dubieuze afwijkingen van het college gecorrigeerd moeten, kom ik met een amendement en een motie.

Ook op lokaal niveau is er de afgelopen maand wat veranderd. Althans, het college is
met het nieuwe IPSO gekomen waarin de gevolgen van de crisis voor de bouwplannen
zichtbaar worden. Den Haag kan gelukkig een beetje ontspannen, want van de maar
liefst 550 bouwplannen zullen er een aantal afgeblazen of uitgesteld worden. Maar
waar in heel Nederland sprake is van zo’n 60 % aan teruggang van bouwprojecten,
lijkt dat in Den Haag wonderwel anders te zijn, nl slechts zo’n 20 tot 30 % volgens
het IPSO. ‘De uitvoering van de vele plannen zal gewoon doorgaan, maar wordt hooguit
iets vertraagd’, zo is de mededeling. Ik ben blij dat het college nu ook beseft dat
plannen moeten worden bijgesteld en dat de vastgoedmarkt na de crisis structureel is
veranderd. Maar waarom dan nog de waan ophouden dat zo’n 80 % van de plannen zal
doorgaan? En waarom krampachtig vasthouden aan een structuurvisie die gebaseerd is op prognoses die zowel demografisch als qua woningmarkt volstrekt achterhaald zijn?
Het is ongeloofwaardig om wel plannen bij te stellen, maar het fundament ongemoeid
laten. Ik kom daarom met een motie om de evaluatie van de structuurvisie, die in
2012 gepland stond, te vervroegen. We moeten daarbij beseffen dat bewoners door de
speculatiepolitiek gebaseerd op de structuurvisie gewoon gedupeerd zijn (zie bv de
Pletterijkade) of goede initiatieven (zoals de natuurbelevingsplaats in de
Schenkstrook) niet door dreigen te gaan omdat ze afhankelijk lijken van de
opbrengsten van woningbouw. En ons realiseren hoe bedrijven (bv in de Binckhorst)
nadelige gevolgen ondervinden van door de gemeente veroorzaakte onduidelijkheid. Wij zijn daarom verplicht om de verantwoordelijkheid te dragen voor de nadelige gevolgen van dit beleid. Dus ik verwacht dat wethouder Norder zijn toezegging netjes na komt om de bewoners van de Pletterijkade te compenseren, ik dien een motie in waarin de raad zich uitspreekt voor uitvoering van de natuurspeelplaats in de Schenkstrook, en ik verwacht voor de bedrijven in de Binckhorst nieuwe kansen nu gelukkig gekozen wordt voor organische stedenbouw. En we zullen ook de fysieke gevolgen van speculatiepolitiek moeten bestrijden, zoals sloop, braak, achterstallig onderhoud en leegstand. Daarvoor dien ik twee moties in.

Ik heb hiermee de voor de begroting relevante veranderingen van afgelopen maand nu
wel aan de orde gehad. Naast moties en amendementen in het kader van onze
tegenbegroting, en de reeds aangekondigde moties, zal ik namens de Haagse
Stadspartij nog wat specifieke ander moties indienen. Zoals een steun in de rug van
de wethouder om de Haagse programmering van Stadsomroep elders onder te brengen. Of een motie om bij de bomenplannen een ecologische planning in te bouwen, en een motie om bij de markt gratis stallingplaatsen te realiseren, een motie om opvang voor zeehonden te onderzoeken, één om openbare toiletten voor dames te realiseren. En een motie om de schuldhulpverlening te verbeteren. En ik kom misschien nog met een motie waarin de raad zich uitspreekt om het cityduinpark te realiseren, maar hoor eerst graag de wethouder daarover. In de tweede termijn kom ik wellicht nog uitgebreider over deze moties en andere te spreken, tenzij het college alle voorstellen van de Haagse Stadspartij gewoon omarmt, want dat kan natuurlijk ook. Ook hier geldt: Audi et alteram partem!”

De supermarkten hebben de macht; Column
NRC Handelsblad, 1 apr 2011

Een motie ingediend door twee raadsleden van de Haagse gemeenteraad eind
vorig jaar. De gemeenteraadsleden stellen vast dat in de Haagse binnenstad
uitsluitend nog vestigingen van Albert Heijn te vinden zijn. Ze verzoeken
het college ,,er alles aan te doen om de vestigingen van AH in de
binnenstad te decimeren, te liquideren, te vermorzelen, te verpletteren,
te verwoesten, weg te vagen, af te breken, te mollen, te gronde te
richten, te vernietigen, plat te gooien, te ruineren, te slopen, of
anderszins te minimaliseren.”

Motie afgewezen natuurlijk.

Ook in Brasschaat heeft Albert Heijn een filiaal geopend. De plaatselijke
Delhaize is meteen begonnen met het verlagen van de prijzen. ,,Domme
concurrentie die enkel als resultaat heeft dat de vele kleine buurtwinkels
verdwijnen en de oudere mensen of die géén auto hebben, plots niet meer
terecht kunnen voor hun dagelijkse boodschappen!” schrijft een meneer op
de website vandaag.be.

Een paar jaar geleden sprak ik met iemand die uitstekende appelstroop
maakte, van niets dan appelen. Hij had een aanbod gehad van Albert Heijn,
vertelde hij. Het aanbod bestond eruit dat het bedrijf hem een bepaalde,
enorme, afname garandeerde, voor twee jaar. Hij moest leveren. De risico’s
waren voor hem. Dat was tot daaraan toe, zei hij, ,,maar voor de prijs die
ze boden kon ik die appelstroop helemaal niet leveren. Nou, zeiden ze, dan
doe je er toch gewoon wat suikerstroop bij?”

Ik vroeg dom wat de supermarkt dan daaraan had. Imago, zei hij. Dan
verkopen ze iets ‘landelijks’.

De hongerige stad van Carolyn Steel gaat helemaal over hoe steden worden
gevoed en de invloed daarvan op de wereld en op ons leven.

Supermarkten en grote levensmiddelenconcerns beheersen de wereld. Dat is
natuurlijk niet zo gek. Zonder eten gaan we dood. Wat wel gek is, is dat
die enorme macht en dat enorme belang in handen zijn van een
overzichtelijke hoeveelheid bedrijven. Albert Heijn is maar een voorbeeld.
Ik heb niets tegen Albert Heijn in het bijzonder. Aan de voorbeelden zie
je alleen wat ‘gezonde concurrentie’ in de praktijk betekent.

Iedereen die wat ouder is, heeft meegemaakt hoe gewone buurtwinkels –
vishandelaren, groenteboeren en slagers – verdwenen om plaats te maken
voor modewinkels en kantoortjes. De grote supermarkten vestigden zich
aanvankelijk aan de randen van de steden en dorpen, of in buitenwijken,
maar geleidelijk aan, ondanks beleid om dat tegen te gaan, steeds meer
midden in de stad.

Steel beschrijft hoe maatregelen tegen de vestiging van grote supermarkten
in steden en dorpen machteloos bleken. De concerns kochten gewoon tijdig
veel grond in. Zodoende hadden ze een ijzersterke onderhandelingspositie
in het overleg met het plaatselijk bestuur. Hun winkels kwamen er altijd.
Soms beloofden ze ook nog een zwembad of een stadion aan te leggen, of een
parkeergarage. Geleidelijk aan gingen grote supermarkten steeds meer
samenwerken met projectontwikkelaars. Een stad krijgt nu ook flats bij de
supermarkt. Dat is handig voor de supermarkt. De klanten wonen erboven.
Het is ook mooi voor de stad – stadsvernieuwing.

Het is niet mooi voor de diversiteit van het voedsel, voor de producenten
van dat voedsel en voor degenen die in de door de gewone winkels verlaten
straten wonen, of in de dorpen waar geen enkele winkel meer is omdat
verderop een supermarkt staat. Ook het platteland is in dat opzicht de
stad geworden. Het voedsel komt uitsluitend via de supermarkt, niet meer
van kleine leveranciers.

De omzetten van de supermarktconcerns zijn enorm. Daarmee vergeleken is
het budget van een klein land een lachertje. Ze hebben de macht. Onze
bestuurders hebben maar te dansen naar hun pijpen.

Brasschaat heeft binnenkort een Delhaize met minder aanbod dan voorheen,
maar ze kunnen daar dan wel appelstroop kopen met zo min mogelijk appelen.
Als ze boffen, is daar straks – net als in het centrum van Den Haag –
alleen nog maar Albert Heijn, of alleen nog maar een andere keten. Wat
maakt het uit.

Alleen exclusieve winkels en markten hebben nog een bestaansmogelijkheid.
Daar wordt gepraat over dierenwelzijn en ambachtelijkheid. Dat is meteen
zo veel duurder dan die supermarktproducten dat menigeen na de aanschaf
van één biogeitenkaasje snel de supermarkt invlucht. Als wij ‘groen’ zo
belangrijk vinden, plakt die graag een klavertje vier op een verpakte kip.

Lang leve de markt. Die heeft het beste met iedereen voor, zoals we steeds
horen. Financiële prikkels zullen de wereld goed doen. Inmiddels is het
vlees zo goedkoop geworden dat we ons in 2010 konden veroorloven om 86
kilo per hoofd van de bevolking per jaar ervan te gebruiken.

Wat dat voor de landbouw betekent, is inmiddels bekend. Bijna niet genoeg
graan kan worden verbouwd om alle dieren te voeden die wij willen opeten.
De regenwouden moeten ervoor worden gekapt. Ze verdwijnen in hoog tempo.
Enfin, dat hele verhaal hoef ik niet te herhalen.

Er is hoop. Dat zijn wij zelf. Een supermarkt zonder klanten blijft niet
bestaan. Een biologische producent met een goede omzet kan zijn prijzen
wat verlagen. Dat is een kwestie van ons eten serieus nemen.

Imago, zei hij. Dan verkopen ze iets ‘landelijks’