Joris Wijsmuller blijft in de Haagse raad

Joris Wijsmuller blijft in de Haagse raad. Hij wordt weer lijsttrekker van de Haagse Stadspartij en denkt met meer dan een zetel in de raad terug te keren na de verkiezingen in maart volgend jaar. Dat zegt Wijsmulier in een interview met deze krant. Hij denkt dat het standpunt tegen de cruiseterminal in Scheveningen zijn partij veel stemmen zal opleveren.

 

‘Als het over uitgeven van geld gaat, ben ik misschien rechts’

(Den Haag Centraal , 8 mei 2009), door Jan van der Ven en Elske Koopman

Eerder had hij zich voorgenomen na drie termijnen als enig raadslid van de Haagse Stadspartij uit de raad te stappen. Nu vindt hij dat zijn ervaring met het raadswerk en zijn kennis over de politiek de partij verder kunnen helpen. Hij zou het jammer vinden als zijn ervaring verloren gaat. Zijn rol als gezicht van de Haagse Stadspartij wil hij wel gaan delen. Hij hoopt in mei de groslijst met verkiesbare leden van zijn partij te presenteren. Ook zullen er lijstduwers op komen te staan die met Wijsmuller het gezicht van de partij zullen worden. De fractievoorzitter van de Haagse Stadspartij denkt dat de cruiseterminal in Scheveningen een grote rol gaat spelen in de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen. Een beslissing over de komst van de terminal voor het Zuiderstrand is over de verkiezingen heen getild. Hij denkt dat de afkeer van de Haagse Stadspartij tegen het gevaarte veel stemmen kan opleveren. Mocht de terminal er toch komen, dan weet de geboren en getogen Brabander niet of hij nog wel in de Hofstad blijft.

‘Als het over uitgeven van geld gaat, ben ik misschien rechts’

De Haagse Stadspartij krijgt meer gezichten. Het boegbeeld van de partij, Joris Wijsmuller, gaat zijn positie delen. Na twaalf jaar alleen in de raad hoopt hij op meer zetels bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. “Ik doe zelf weer mee, met mijn ervaring ben ik waardevol”. Het gesprek is in eetcafé Baklust aan de Veenkade. Wijsmuller (44) heeft hier de lambrisering en de bar getimmerd en de ventilatie op het toilet geïnstalleerd. “Als ik iets zie, pak ik het aan”, zegt hij. Wijsmuller woonde in het krakersbolwerk De Blauwe Aanslag. “De sloop eind 2003 deed me veel pijn. Ik heb het voorrecht gehad er twaalf jaar te wonen. Het was een goede leerschool. Daar heb ik me kunnen ontwikkelen en geleerd om te onderhandelen”. De geboren Brabander heeft geen opleiding afgemaakt. Hij stopte na drie atheneum, omdat er meer te doen was. Hij ging naar Den Haag om aan de MTS fotografie te studeren en kwam in de Blauwe Aanslag terecht, waar het gonsde van activiteiten. “Na twee jaar ben ik daarom opgehouden met de opleiding, maar ik had genoeg bagage om mijn brood met fotografie te verdienen. Ik heb gewerkt als videotechnicus in het videocenter bij het filmhuis en maakte installaties met kunstenaars. Ik ben ook timmerman geweest na een timmercursus op de ambachtsschool. Een slotenmaker zag hoe ik een deur afhing en een slot plaatste en vroeg me voor hem als slotenmaker te werken. Ik ben niet bang om een probleem op te lossen”, zegt Wijsmuller zelf over zijn grillige carrière. Wijsmuller is vooral raadslid en huisvader. Kleine klusjes, zoals het timmerwerk in Baklust, doet hij er nog bij. Dagelijks brengt hij de kinderen van negen en elf vanuit hun koophuis, een parterre met grote tuin in de Rivierenbuurt, naar school in de Archipelbuurt. “We wilden de kinderen naar een openbare school doen. Die bij ons naast de deur was niet goed. Ik vind het jammer dat de school buiten de buurt ligt, maar een geïnspireerd team leraren is ook belangrijk. Veel ouders uit de binnenstad doen hun kinderen op dezelfde school, maar eigenlijk is die mij te wit”.

Politiek
“In de Blauwe Aanslag was ik betrokken bij de procedures rond de sloop. Daar leerde ik voormalig KVP-kamerlid Karel van Rijckevorsel kennen van de ‘Kern GeWond’. Samen streden we tegen de tramtunnel. Hij heeft me laten zien dat je ook via de parlementaire weg dingen kunt bereiken. In de Blauwe Aanslag was het politiek bewustzijn groot, maar was ik sceptisch over het veranderen van de wereld vanuit de politiek. Door Karel van Rijckevorsel ben ik dat als podium gaan zien”. “Zonder toegevoegde waarde zou de partij al lang zijn opgeheven. Het is geen doel, maar een middel, maar er is door ons veel gaan leven. Als ik zie wat ik in ruim elf jaar in de raad voor elkaar heb gekregen, is me dat honderd procent meegevallen. De Haagse Stadspartij was bijvoorbeeld de eerste die pleitte voor het terugleggen van de tramsporen in de Grote Marktstraat toen de tramtunnel lekte. Ik werd weggehoond, maar een paar maanden later kwam wethouder Meijer met het idee en kreeg alle steun. Van mij hadden ze nog steeds daar mogen rijden”. “Ik heb onderzoek laten doen naar de groeiprognoses voor de stad. Wethouder Marnix Norder (PvdA, Bouwen en Wonen) gebruikt de cijfers om de woningbehoefte te bepalen en daar zijn bouwplannen op aan te passen, maar ze waren niet realistisch. Wij kwamen lager uit, de cijfers zijn naar beneden bijgesteld, maar nog niet genoeg”. Norder komt ook uit de krakerswereld, maar dat schept in dit geval bepaald geen band. “Ik vind dat hij politiek bedrijft als een autoverkoper. Mocht de Stadspartij ooit deelnemen aan een coalitie met de PvdA dan moet die partij eerst maar eens afstand nemen van die verschrikkelijke bouwplannen. De PvdA baseert de politiek nu teveel op angst. Kijk maar eens naar de plannen voor Scheveningen. De achterliggende angst die wordt aangewakkerd is: als we niets doen, als we niets ondernemen, dan krijgt Scheveningen teveel concurrentie. En dat is niet goed voor de badplaats en niet goed voor Den Haag”.

Cruiseterminal
“Ik geloof heilig in het karakter van de stad als uitgangspunt bij nieuwe plannen. Dat kun je niet vanuit het IJspaleis op de tekentafel uitgummen en iets nieuws tekenen. Ik verafschuw het idee dat de PvdA uitgaat van een maakbare stad. Een goed voorbeeld is de Cruiseterminal in Scheveningen. De kwaliteit van deze stad is het strand en vooral het Zuiderstrand. Nu zijn er plannen daar de Cruiseterminal te maken met duizend woningen, kantoren en vrijetijdsbesteding erbij. Eerst wilde niemand eraan behalve de grote ontwikkelaars. Norder heeft zich opengesteld en werd enthousiast. Nu is de behandeling over de verkiezingen heen getild. Dat zal wel een groot punt worden in de campagnes. Het Zuiderstrand ter discussie stellen vind ik kortzichtig. Als dat ons wordt afgenomen, weet ik niet of er nog reden is voor mij om in Den Haag te blijven. Dan ga ik verhuizen”. “De Cruiseterminal gaat ons groot maken. Het maakt dat ik niet alleen terugkom, maar minstens twee zetels haal, waarschijnlijk meer. Eerst vond ik het mooi na drie termijnen, maar het is veel te leuk en dit is een extra motivatie er weer tegenaan te gaan. Ik denk dat er enorme potentie is. Het is ook nodig dat er vers bloed in de partij komt en ook daarom hoop ik dat het aantal raadszetels groeit. Het wordt nu toch teveel de partij met dat ene gezicht. Daarom zijn we op zoek naar nieuwe gezichten. Ikzelf word dan opnieuw lijsttrekker, ik heb tenslotte veel ervaring opgebouwd. Ik ben die jaren effectiever geworden. Het zou jammer zijn als al die ervaring over boord gaat. Maar ik ben het er mee eens als gezegd wordt dat de Stadspartij teveel leunt op dat ene gezicht. Vanuit de oppositie ben ik niet altijd voorspelbaar. Dat was zo en dat zal zo blijven. En omdat ik zoveel ervaring heb zie ik ook dat het steeds makkelijker voor me wordt om dingen voor elkaar te krijgen. Zoals die keer toen ik de motie indiende om in de haven van Scheveningen een ligplaats te realiseren voor het schip van Veronica. Niemand zag het aankomen. In zo’n geval zie je dat ik in de gemeenteraad origineel en authentiek bezig ben. Met resultaat”. “Alhoewel ik het gezicht van de Stadspartij ben, heb ik mensen achter me. Intussen ben ik bewust bezig nieuwe mensen aan te trekken om de Stadspartij meer gezichten te geven. Kwamen de mensen eerst vooral uit de wereld van de Blauwe Aanslag en die van de bewonersverenigingen, nu gaan we op zoek naar andere mensen met een andere achtergrond. Eind mei of anders begin juni willen we de groslijst klaar hebben. Daarin moet ook plaats zijn voor lijstduwers”.

Campagne
“We gaan ons tijdens de campagne richten op de bouwplannen van het huidige college. Maar we willen ook laten zien dat het college de belofte dat burgers mogen meedoen met het besturen van de stad niet is waargemaakt. Het college zegt waarde te hechten aan de zogenaamde samenspraak, waarin de burger betrokken wordt bij de plannen. Maar de samenspraak heeft de burgers weinig tot niets geboden. Want als het gaat om bijvoorbeeld bouwplannen ligt nagenoeg alles vast: de bouwhoogte, het aantal huizen, het aantal inwoners, ga zo maar door. Dat zag je duidelijk rond de plannen voor Kijkduin. Er kwamen toen goede plannen vanuit de bewoners maar er is nauwelijks iets mee gedaan. Hetzelfde zag je met de bouwplannen voor het Erasmusveld. Er lag een goed initiatief van de sportverenigingen om op een creatieve manier met de sportruimte om te gaan en ook nog eens ruimte te geven aan de volkstuinders. Maar dat mocht niet baten, want er waren kennelijk op een hoger niveau al afspraken gemaakt over aantallen woningen. De bewoners liepen dus weer eens vast tegen een muur en die muur moet verwijderd worden. Want anders neem je als overheid de bewoners niet serieus”. Wijsmuller heeft in de praktijk geleerd meerderheden te krijgen voor moties, het politieke handwerk. “Dat ben ik meer gaan doen. In het begin was ik er wars van. Ik wilde er niet aan meedoen. Nog steeds is het niet mijn sterkste punt. Maar tegelijkertijd realiseer ik me dat het er bij hoort, dat je anders niets kunt realiseren voor je partij. Dus dat politieke handwerk achter de schermen hoort er wel een beetje bij. Zo heb ik met de SP en ChristenUnie-SGP samengewerkt om dierenwelzijn in de stadsboerderijen voor te laten gaan. Dus geen konijnen houden die jaar op jaar jongen krijgen, omdat die kinderen aanspreken. Waarna je later met een overschot aan konijnen zit wat dan weer tot gevolg heeft dat je een aantal stiekem moet afvoeren. Dat doen we dus in Den Haag niet meer en daarin zijn we de eerste gemeente in Nederland”. “Of er ooit naar mij is gelonkt vanuit een andere partij? Er is wel eens zijdelings geïnformeerd of ik niet wilde overstappen. Nee, ik zeg niet door welke partij. Ik weet wel dat ik niet te vangen ben in een kleur of ideologie. Duw me niet in
een hoekje. Als het om milieu gaat ben ik progressiever dan GroenLinks, zeker nu die partij deelneemt aan het college en instemde met de plannen voor Kijkduin. Als het over het uitgeven van geld gaat ben ik misschien rechts. Met het geld van de belastingbetaler moet je zuinig omgaan en het is dan ook verstandiger reserves te kweken”.

Burgemeester
De raad kreeg vorig jaar een nieuwe voorzitter na de burgemeesterswissel. “Van Aartsen is een goede man. Ik zit in de commissie die straks functioneringsgesprekken voert, omdat hij een jaar in functie is. Dat gesprek voerde ik indertijd ook met Deetman. Ik was ervoor uitgekozen omdat ik in de oppositie zat en hem vanuit die positie daar waar nodig tegenspel bood. Oppositie is nodig, dat zie je dan weer eens duidelijk. Het is nodig om bestuurders scherp te houden”. “Het verschil tussen Deetman en Van Aartsen is levensgroot. Deetman was toch vooral de workaholic, de rauwdouwer, de man met regenteske trekken. Hij zette een zware stempel op alles, ook op de uitvoering van zijn beleid. Van Aartsen kan veel beter luisteren en hij biedt de mensen om hem heen de ruimte zelf met plannen en ideeën te komen. Hij is een echte democraat die open staat voor wat anderen vinden. In het begin, eerlijk is eerlijk, was ik sceptisch. Hij had toch het beeld van de bekakte man met een aardappel in zijn keel. Later zag ik hoe hij echt functioneerde. Ik moet er wel bij aantekenen dat hij nog geen moeilijk dossier heeft gehad. Met Deetman ging ik in de slag toen er in Den Haag op grote schaal werd gedemonstreerd. Deetman ging toen over de grenzen heen, hij zette enorme politiemachten in. Hij reageerde overspannen op die demonstraties. Deetman was geen burger voor alle Hagenaars, zo wilde hij niet praten met de woonwagenbewoners aan de Erasmusweg. Van Aartsen heeft al twee keer met ze aan tafel gezeten’. Dat was met Deetman ondenkbaar”.

“Voor Van Aartsen kunnen moeilijke tijden aanbreken als de bezuinigingen van de rijksoverheid doorsijpelen naar Den Haag, naar bijvoorbeeld het politiekorps. Dan moet blijken hoe hij omgaat met het vraagstuk van de openbare orde. De commissie van drie, waar ik dus ook in zit, gaat ook met mensen praten die met Van Aartsen te maken hebben in hun werk. We gaan dus niet over een nacht ijs. Tot op heden heeft hij een goede start achter de rug. Maar het kan, als dat zo blijft, ook saai met hem worden”. “De lelijkste plek in Den Haag (na lang aarzelen): de Utrechtse Baan. Als ik Den Haag binnenrijd, stoor ik me aan al die grijze en karakterloze kantoorgebouwen. Ik word daar nooit vrolijk van. Ik fleur dan weer op als ik snackbar De Vrijheid zie. Want we zijn er als Stadspartij indertijd begonnen. Ik stond er op een zeepkist en hield er een toespraak. De locatie en vooral de naam van de snackbar vond ik passend bij het beeld van de Stadspartij”.