Site pictogram Haagse Stadspartij

Denk mee over het Spuikwartier!

Spuikwartier

Op 22 september sluit de inzendtermijn

De Haagse Stadspartij roept mensen die dat nog niet gedaan hebben op om een plan, suggestie of idee voor het Spuiplein en omgeving in te leveren bij de gemeente. De inzendtermijn loopt tot maandag 22 september as. Daarna begint een politiek besluitvormingsproces over de gebiedsontwikkeling en aanbesteding van het Spuikwartier. Laat uw creativiteit de vrije loop en mail naar: spuikwartier@denhaag.nl of vul dit formulier in: http://www.denhaag.nl/home/formulieren/reactieformulier-spuikwartier.htm

 

 

Ter inspiratie hieronder twee artikelen.

 

Laat maar zitten

De enige architectonische dimensie is het menselijk zitvlak

Wendy Hendriksen, Den Haag

Lopend door het centrum van een willekeurige Hollandse stad wordt er al snel één ding duidelijk: wat zijn onze straten en pleinen de laatste jaren opgeknapt! Over smaak valt nauwelijks te twisten, we laten dan ook onze mening over de soms bijzondere keuzes voor materialisering of kleur maar liever achterwege en genieten slechts van het feit dat er geld en energie gestoken is in het hedendaags streven naar het zijn van een ‘aantrekkelijke vestigingsplaats’.

Natuurlijk is nog niet alles even mooi en ‘af’. Ook zien we een flink aantal fraai opgeknapte plekken die desondanks maar niet tot leven willen komen. Hoe dat komt? Het was de journalist en stadsdenker William H. Whyte die het beroemde ‘Street Life Project’ startte. Gegrepen door het stedelijke leven trachtte hij het wezenlijke van het gebruik van de openbare ruimte te onderzoeken. Hij observeerde, interviewde en analyseerde het gebruik van pleinen, straten, parken en andere publieke ruimten in onder meer New York, met name door time-laps video’s te maken. Zo deed hij verslag van een jarenlang durend onderzoek over het ontwerp en het gebruik van de zestien pleinen en drie kleine parkjes die zich tussen de wolkenkrabbers van Manhattan bevonden. Drukke locaties, zou je denken.

Het bijzondere was echter, dat sommige van deze plekken dagelijks door honderden mensen werden gebruikt, terwijl andere steevast leeg bleven. De interactie tussen de gebouwde en geleefde omgeving is een complex vraagstuk. Er ontstaan te vaak doelloze, lege publieke ruimten. ‘Het is niet eenvoudig een ruimte te ontwerpen waar mensen niet graag willen komen’, zei Whyte eens, ‘toch is het opmerkelijk hoe ontstellend vaak dit lukt.’ Whyte observeerde het leven van alledag: zowel op ooghoogte als in vogelvlucht monteerde hij camera’s om in kaart te brengen hoeveel mensen op bepaalde tijden aanwezig waren en hoe zij de ruimte gebruikten. Tot Whytes eigen verbazing boden de vorm, de omvang en de esthetiek geen enkele bevredigende verklaring voor de enorme verschillen in aanwezigheid en gebruik van de openbare ruimte. Ook zonlicht, schaduw, wind en water toonden geen sterke correlatie met de populariteit van de geselecteerde pleinen en parken. Wat was het dan wel?

De doorslaggevende factor bleek – ik hoop dat het u niet heel erg verrast – het zitten te zijn. De mogelijkheid tot zitten. De populairste pleinen en parken hadden flink wat van die plekken die – bedoeld en onbedoeld – geschikt waren om op plaats te nemen: traptreden, opstaande randen van een fontein, lage muurtjes rond plantenbakken en ander straatmeubilair. Whyte merkt hierover fijntjes op: ‘De enige architectonische dimensie is het menselijk zitvlak.’ Favoriete plekken zijn zitplekken langszij de voetgangersstromen. Mensen kijken graag naar mensen! Sterker nog: we krijgen er geen genoeg van! De openbare ruimte zo ontwerpen alsof mensen dol zijn op leeg perspectief, op introspectie en rust is dus niet handig. Daar willen we niet verblijven, alleen maar zo snel mogelijk passeren. Er zijn naast het zitten uiteraard wel meer aspecten die belangrijk zijn voor een goed functionerende openbare plek. Naast vaste inrichtingselementen (handig) om op te zitten en losse stoelen (graag!), is de wisselwerking met de routing en de rest van de ruimte essentieel. Daarnaast speelt de zon, water en groen ook een rol, maar minstens zo essentieel is een aantrekkelijk ‘gebeuren’ wat aanleiding geeft tot een gesprek. Dat kan een vijver met een fontein, kunst of streetperformance zijn, maar ook gewoon een halfpipe, waar jongeren uit de buurt rondhangen. Verder doet een uitgiftepunt voor een beker coffee to go wonderen.

In de vaart om de beste binnenstad, de beste vestigingsplaats of de place to be zult u dus veel muurtjes moeten metselen, veel trappen moeten aanleggen en veel bloembakken met een brede rand moeten neerzetten. Of, zoals Groningen deed; van de nood een deugd maken. Het tijdelijke informatiepunt van de VVV op de Grote Markt heeft een dak waar je op kunt zitten, en ook de trappen die daarnaartoe leiden, vormen één grote tribune… om op te ziten! En dat doen dus ook heel veel mensen. Chill, volgens de Groningers, die het een heerlijke openbare zitplek vinden, zo midden in de stad. Om te ontmoeten, om bij te praten, om te studeren, om je boterham te eten, om niets te doen, om extra van het stadsleven te kunnen genieten. De trap trekt zelfs toeristen aan, en de meeste van hen vinden het een heel vreemd idee dat… deze hippe, gezellige, o zo fijne en centraal gelegen zitplek… straks weer verdwijnt!

 

En hier nog een ander stukje ter inspiratie:

Het Spuiplein zo ontwerpen dat het ook bij slecht weer en in de winter te gebruiken is? Een uitnodigend plein dat bol staat van de activiteiten van creatieve uitbaters? De trappen bij het Mercure Hotel een soort amfitheater maken met terrassen en uitzicht op het Spuiplein? Op het Spuiplein een grote wand vrijhouden voor de projectie van films? Ervoor zorgen dat de studenten van het conservatorium bij goed weer ook buiten kunnen musiceren? Het Spuikwartier zo inrichten dat er ook gepicknickt kan worden voor iedereen die zich niet kan veroorloven een drankje op een terras te drinken? Natuur toevoegen aan de stenige omgeving met veel bomen zodat het een uitnodigende plek wordt om even tot rust te komen en waarmee we een bijdrage leveren aan Haagse milieudoelstellingen? De omliggende bebouwing in het Spuikwartier, de Rivierenbuurt, het Oude Centrum en het gemeentehuis met elkaar verbinden? Juist uit ongewone ideeën en plannen kan uiteindelijk een mooie uitvoerbare mix worden gecreëerd waarin de stad zich terug herkent.

 

Mobiele versie afsluiten