De Haagse soepbus moet blijven

23 Dec 2011. De Haagse Stadspartij heeft de schriftelijke vragen van GroenLinks, PvdA en SP over het wegbezuinigen van de Soepbus mee ondertekend.

Update: De soepbus is gered voor een jaar

 

Politieke partijen willen soepbus behouden
(RTVWest, 28 december 2011)

DEN HAAG – De soepbus in Den Haag moet blijven. Dat vinden GroenLinks, de SP, Haagse Stadspartij en PvdA in Den Haag. De gemeente wil er in het nieuwe jaar geen geld meer voor uittrekken.

De soepbus van de Haagse Kesslerstichting rijdt elke avond door Den Haag
om daklozen een maaltijd aan te bieden.

De politieke partijen vinden het onmenselijk om te stoppen met de bus. Het
is vaak de enige vorm van warmte die daklozen op een koude winterdag
krijgen.

“De Soepbus gered”

Adoptie door Haags bedrijf CityGIS
(Kesslerstichting, 2-2-2012)

De Haagse Soepbus blijft voorlopig bestaan. Het Haagse bedrijf CityGIS
adopteert de bus een jaar lang. De reden dat CityGIS de helpende hand
toesteekt is dat zij maatschappelijk betrokken onderneemt. Dankzij deze
instelling blijft dit “Haagse instituut” behouden. Aldus de broers Ben en
Paul Hoefnagels.

De Kessler stichting rijdt al sinds 1987 met de Soepbus door de hofstad om
daklozen aan een eenvoudige maar voedzame maaltijd te helpen: een kop
warme soep, brood, fruit, koffie en thee. De laatste weken was de Soepbus
in het nieuws omdat de subsidie van de gemeente Den Haag was gestopt.
Daarmee leek het lot van de bus bezegeld. Vanuit de politiek en het Haagse
publiek kwamen veel steunbetuigingen om de bus te redden. De Stichting
Vrienden van de Kessler hield de bus nog een extra maand in leven om
alternatieve financiering te kunnen vinden. Het Haagse bedrijf CityGIS
heeft nu de financiering van de Soepbus voor een jaar lang op zich genomen
en maakt daarmee hulp aan de allerarmsten van de stad weer mogelijk. “Het
is onze opvoeding om mensen te helpen, dat doe je gewoon” aldus directeur
Hoefnagels. De Soepbus is een soort Haags Instituut en mag niet
verdwijnen. Hoefnagels: “Maatschappelijk verantwoord ondernemen is
tegenwoordig heel normaal en betekent eigenlijk alleen dat je je als
bedrijf fatsoenlijk moet gedragen. Maatschappelijk betrokken ondernemen
gaat een flinke stap verder en vraagt van gezonde bedrijven dat ze echt
een steentje aan de maatschappij bijdragen. Dat deden we al met onze
business, want wij maken software voor de 112 meldkamers en navigatie voor
de ambulances, brandweer en politie. We zorgen ervoor dat hulpdiensten
snel bij burgers in nood zijn. Dus de Kessler stichting helpen om de
Soepbus te redden was voor ons een logisch vervolg.”

Gemiddeld maken zo’n 50 a 60 mensen dagelijks gebruik van de
maaltijdvoorziening van de Soepbus. Het betreft de laatste tijd steeds
vaker gestrande arbeidsmigranten elders uit de EU. Maar in de 24 jarige
geschiedenis van de Haagse Soepbus gaat het altijd om de onderkant van de
maatschappij, welke doelgroep dat ook is.

Hieronder de schriftelijke vragen:

Al 24 jaar lang kent Den Haag de soepbus, die Haagse daklozen ’s avonds voorziet van een warm kopje soep, een boterhammetje en een praatje. Deze week werd bekend dat deze soepbus door bezuinigingen op 27 januari de laatste ronde zal rijden.

GroenLinks, SP, de PvdA en de Haagse Stadspartij willen dat de Haagse soepbus blijft en stelden het college de volgende vragen:

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van de raadsleden M.D. Rietveld, B. van Kent, G.A. Verspuij, C.H.C. Bogers

Den Haag, 24 januari 2012

Inzake: behoud soepbus

De raadsleden de heren M.D. Rietveld, B. van Kent, G.A. Verspuij en mevrouw C.H.C. Bogers hebben op 20 december 2012 een brief met daarin drie vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Al 24 jaar kent Den Haag de soepbus, die Haagse daklozen ’s avonds voorziet van een warm kopje soep, een boterhammetje en een praatje. Vandaag is bekend geworden dat deze soepbus door bezuinigingen op 27 januari de laatste ronde zal rijden.
GroenLinks, SP, PvdA en HSP willen onder vermelding van artikel 38 van het Reglement van Orde het college de volgende vragen stellen:

1. Is het college met GroenLinks, SP, PvdA en HSP van mening dat het eten dat de soepbus verstrekt aan de 50 daklozen die er dagelijks gebruik van moeten maken, het enige eten op een dag kan zijn?

Hierover is ons geen informatie bekend.

2. Is het college met GroenLinks, SP, PvdA en HSP van mening dat het schrijnend en onmenselijk is om bijvoorbeeld jongeren en MOE-landers, voor wie de reguliere opvang niet toegankelijk is, de enige warme hap die zijn kunnen krijgen te ontnemen? Graag een toelichting.

De verschillende vormen van opvang (nachtopvang, dagopvang, doorstroomvoorzieningen) zijn toegankelijk voor alle mensen in de doelgroep OGGZ voorzien van een zorgpas, boven 18 jaar, dus ook voor jongeren. Voor EU-onderdanen, waaronder MOE-landers, is de opvang niet toegankelijk, indien zij niet-rechthebbend zijn. Voor EU-onderdanen met OGGZ-problematiek bestaat geen perspectief op een zelfstandig bestaan in Nederland. Zij hebben geen recht op langdurige zorg en opvang.

Deze groep willen wij ter voorkoming van individuele humanitaire problematiek en mogelijke overlast op straat toch tijdelijke opvang bieden binnen de maatschappelijke opvang, gericht op terugkeer naar het land van herkomst. Hierbij wordt zoveel mogelijk samengewerkt met opvanginstellingen in Nederland en Polen en familieleden in het land van herkomst om een ‘warme’ overdracht te garanderen. Dit betreft een groep van gemiddeld 25-35 personen Daarnaast bevindt zich op dit moment een groep van naar politieschatting 130 werkloze en (daardoor) dakloze EU-onderdanen op straat met problemen van diverse aard die geen deel uitmaken van de MO/OGGZ-doelgroep. Hiervoor ontwikkelen wij alternatieve huisvestingsvormen. Binnen deze voorzieningen wordt gezorgd voor “bed, bad, brood”. Deze groep kan deels teruggeleid worden naar werk. Wanneer dit niet mogelijk is, bestaat voor deze groep geen perspectief op een zelfstandig bestaan in Nederland. Ook voor deze groep zetten wij in op vrijwilliger terugkeer naar het land van herkomst. Op dit moment worden in gezamenlijk overleg met het Rijk (onder andere IND) en andere gemeenten pilots ontwikkeld met onvrijwillige terugkeer.

3. Is het college bereid garant te staan voor het behoud van de soepbus? Zo ja, op welke wijze en zo nee, waarom niet?

Nee. Hiervoor is een aantal redenen aan te geven:

– De soepbus is een kosteninefficiënte voorziening die de afgelopen jaren te maken heeft met een teruglopende vraag waardoor de kosten voor een kop soep inmiddels gemiddeld € 25 bedragen. In de huidige tijden van bezuinigingen past dit niet meer.

– De doelgroep voor wie de soepbus bedoeld was, de OGGZ-cliënten die niet tot de EU-onderdanen behoren, maakt inmiddels geen gebruik meer van de soepbus en is inmiddels onder dak en/of in traject.

– Een voorziening als de soepbus houdt mensen juist op straat. We richten ons zoveel mogelijk op de eigen kracht van mensen en stimuleren hen daarin door onze trajecten in de maatschappelijke opvang. Een ieder die tot de OGGZ-doelgroep behoort en geen EU-onderdaan is, kan deelnemen aan deze trajecten.

– Er zijn voldoende alternatieve voorzieningen voorhanden (zie beantwoording vraag 2).

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Mijn kerst loopt in de soep (column Sjaak Bral) (AD/Haagsche Courant, 23 Dec 2011)

En zo geschiedde, in die dagen, dat Jozef en Maria een onderdak zochten voor de nacht. Ze waren moe en hongerig. Al was er maar een eenvoudige plek…. en voorwaar, er was voor hen een stal. Niet veel, da’s waar – maar in ieder geval: een stal. Een plek om heel even de ellende van de dag te vergeten. Een moment om bij te komen.

Dat er een baby werd geboren in een kribbe die later zowel voor geluk als ellende zou zorgen, is – op de keper beschouwd – mooi meegenomen, maar bijzaak. In essentie was er voor Jozef en Maria een schuilplaats.

Met deze gebeurtenis wordt de essentie van het evangelie weergegeven: kom op voor de zwakkeren. Heb uw naasten lief. Dat is de boodschap van het kerstverhaal dat we de komende dagen aan elkaar vertellen.

Dit eeuwenoude verhaal is een belangrijk onderdeel van de – zo u wilt christelijke – traditie van onze samenleving. Kom op voor de zwakkere schapen in de kudde.

Sterker: het is een kenmerk van beschaving. Zelfs als er geen hoop meer dreigt te gloren, is er altijd nog een helpende hand. Die was er voor Jozef en Maria, die is er voor iedereen die hulp behoeft.

Maar niet in mijn stad. Er is geen geld meer voor de Soepbus. De hulp wordt gestaakt omdat de gemeente er geen geld meer voor over heeft. Met een laatste pennenstreek van een pennenlikker is deze noodhulpvoorziening ongedaan gemaakt. Na 24 jaar trouwe dienst.

Men hoopt op een sponsor die de Soepbus financieel blijft steunen. Een bedrijf als Unox – dat met de nieuwjaarsduik op Scheveningen straks weer veel reclame maakt – zou een prima partij kunnen zijn om de Soepbus te ondersteunen. Als ze dat willen doen zijn het lieve mensen, maar de vraag is: moeten we armenzorg overlaten aan een marktpartij of hebben we hier als samenleving een taak te vervullen? Mij lijkt het laatste nogal vanzelfsprekend.

Ondertussen hebben de dak- en thuislozen die de Soepbus als hun stal zagen het nakijken. Jozef en Maria staan in Den Haag voor een dichte deur.

Daar word ik behoorlijk kribbig van.

Sjaak Bral

Constance Bogers van de Haagse Stadspartij had de volgende vragen ingediend, maar deze werden niet geaccepteerd door de burgemeester omdat de hierboven genoemde vragen al waren ingediend.

Omroep West berichtte op 20 december 2011 “Einde voor Haagse soepbus in zicht”. Hierover heb ik onder verwijzing naar het desbetreffende artikel van het reglement van orde de volgende vragen voor het college:

1. Is het bericht van Omroep West u bekend?

2. Is het juist dat de Soepbus al 24 jaar bestaat in Den Haag?

3. Is het juist dat de Soepbus bij de jaarwisseling van 2010 in vlammen is opgegaan en er toen o.a. met steun van de gemeente een nieuwe bus is aangeschaft?

4. Bent u met ons van mening dat De Haagse Soepbus de afgelopen 24 jaar veel heeft betekend voor de onderkant van de Haagse samenleving, en dat het jammer zou zijn als dat wordt beëindigd?

5. In de beantwoording van technische vragen over de programmabegroting 2012 schreef het college:

Het plan Den Haag Onder Dak II (DHOD II), dat juni 2011 is vastgesteld (RIS 180714), beoogt subsidiëring van activiteiten en voorzieningen voor de doelgroep MO/OGGz. Deze groep maakt al langer geen gebruik meer van de Soepbus van de Kessler Stichting. Het voornemen is om vanaf 2012 de soepbus niet meer vanuit DHOD II te subsidiëren. Het subsidiebedrag bedraagt (in 2011) € 310.420,- en wordt ingezet voor andere activiteiten in het kader van de realisering DHOD II.

Als gevolg van dit besluit dreigt de Soepbus binnenkort te moeten stoppen. Maar nog steeds maken veel mensen dagelijks gebruik van de voorzieningen van de Soepbus. Het gaat om gemiddeld zo’n 60 mensen. De Kessler Stichting verwacht in de komende tijd een toename van buitenslapers, bedelaars en ‘verwarde mensen’ door het wegvallen van laagdrempelige voorzieningen in combinatie met de invoering van de eigen bijdrage voor de GGZ-behandeling, de gestegen zorgpremie en de inkomenspositie van de mensen die leven aan de onderkant van de maatschappij. Daarnaast zal de nachtopvang niet meer voor gestrande arbeidsmigranten worden opengesteld (door middel van een in te voeren pasjessysteem zullen zij worden geweerd). Gevolg is dat een deel van de arbeidsmigranten buiten de boot valt en op straat zal gaan leven.

Is het college met mij van mening dat er nog steeds een maatschappelijke behoefte is aan een voorziening als de Soepbus? Zo nee, waarom niet?

6. Is het college met mij van mening dat de Soepbus een rol kan spelen in de ketenbenadering m.b.t. de problematiek van de gestrande arbeidsmigranten? Zo nee, waarom niet?

7. Is het college op de hoogte van de brief van de Kessler Stichting van 17 oktober 2011 met het aanbod om De Soepbus te continueren, en daarbij de kosten terug te dringen naar € 124.000 per jaar?

8. Is het college bereid om in overleg met de Kessler Stichting te bezien of continuering van de Soepbus tegen lagere kosten mogelijk is en daarbij ondersteuning te verlenen? Zo nee, waarom niet?

Met vriendelijke groeten,

Constance Bogers
Haags Stadspartij