Schadelijke onkruidbestrijdingsmiddel

Haagse Stadspartij: “Milieueffectrapport blijkt wassen neus”

De weidevogels rond Den Haag blijken massaal te zijn verdreven door de bouw van de Vinex-wijken rond Den Haag.

 

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Inzake: Populatie weidevogels en uilen

Het raadslid de heer G.W. van Vulpen heeft op 20 augustus 2012 een brief met daarin zes vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Volgens het artikel “Steeds minder vogels” uit AD/Haagsche Courant van 9 augustus 2012 hebben de vogels het moeilijk in Delft. Door de groei van Den Haag zou er steeds meer leefruimte van de vogels zijn verdwenen.

1. Uit het artikel blijkt dat weidevogels rond Den Haag en Delft wegtrekken omdat de graslanden steeds meer zijn verdwenen door verstedelijking. Door de uitbreiding van Den Haag zijn ook de meer dan 20 uilen uit het Delftse park De Hertenkamp verdwenen. Is het college hiervan op de hoogte?

Het college heeft kennisgenomen van het door u bedoelde artikel.

2. Volgens de Milieueffectrapportage (MER) BOUWLOKATIE BUITENPLAATS YPENBURG uit maart 1996 had Ypenburg destijds een betrekkelijk hoge waarde voor zoogdieren en vogels. Verder valt er in deze MER helemaal niets te lezen over de vogels in het gebied. De bedoeling van de MER is om nadelige milieugevolgen in beeld te brengen en mee te laten wegen in de besluitvorming. Deze MER is mede in opdracht van de gemeente Den Haag opgesteld. Hoe kan het dat in deze MER helemaal niets is geschreven over het mogelijk verdwijnen van vogels?

Een MER [1] heeft als doel om belangrijke (nadelige) gevolgen voor het milieu in beeld te brengen zodat deze volwaardig kunnen worden meegewogen in de besluitvorming over een (bestemmingsplan)besluit.
Het is niet zo dat bevindingen uit een MER één op één moeten worden overgenomen in het besluit waarvoor een MER is opgesteld. Het bevoegd gezag heeft beleidsvrijheid en kan gemotiveerd afwijken van bevindingen uit het MER.
De MER “Bouwlocatie Buitenplaats Ypenburg” is in 1996 opgesteld door het samenwerkingsverband Ypenburg. Het bevoegd gezag voor de MER waren destijds de gemeenteraden van de gemeenten Rijswijk, Nootdorp en Pijnacker. De vertaling van de bevindingen uit de MER in het Bestemmingsplan is eveneens gebeurd onder de verantwoordelijkheid van de voornoemde drie gemeenteraden.
In paragraaf 3.5. “Flora, fauna en levensgemeenschappen” wordt ingegaan op onder andere weidevogels. Op pagina 54 staat vermeld: “Door realisatie van woningbouw in het gebied is een afname van de openheid en het sterk afnemen van de functie voor weidevogels te verwachten”. De MER “Bouwlocatie Buitenplaats Ypenburg” gaat daarmee in op de gevolgen voor vogels en heeft een mogelijke afname voor weidevogels aangegeven.

3. Wat voor zin heeft een milieu‐effectrapportage nog als dit soort essentiële informatie ontbreekt?

In een MER horen essentiële milieugevolgen te worden geduid. In de MER “Bouwlocatie Buitenplaats Ypenburg” is de benodigde informatie ten aanzien van weidevogels aanwezig.

4. Hoe serieus kunnen we de overheid nog nemen als dergelijke voor de natuur en het milieu catastrofale ontwikkelingen niet met een MER blijken te zijn onderzocht?

Zie de beantwoording van vragen 2 en 3.

5. Het bevoegd gezag moet in het kader van de MER‐procedure ook een zogenaamd evaluatieprogramma vaststellen. In dat programma is aangegeven op welke manier de daadwerkelijk optredende gevolgen worden onderzocht en vergeleken met de in het MER voorspelde gevolgen. Het verslag van het evaluatieonderzoek is openbaar. Het bevoegd gezag neemt zo nodig aanvullende maatregelen om de gevolgen voor het milieu te beperken. Bestaat dit evaluatieprogramma mbt Ypenburg? Zo ja, waar is het te vinden en wat staat er in over de weidevogels en de uilen?

De evaluatie van de MER “Bouwlocatie Buitenplaats Ypenburg” zal plaatsvinden nadat het bouwprogramma voor Ypenburg is afgerond en alle effecten zichtbaar zijn.

6. Is het college bereid om maatregelen te treffen teneinde de weidevogelstand en uilenpopulatie rond Den Haag niet verder uit te roeien, en de reeds aangerichte schade te herstellen? Zo nee, waarom niet?

Het college neemt maatregelen daar waar dit relevant is. Zo worden in Ypenburg maatregelen genomen ter bescherming van een aantal steenuilen. Ter bescherming van de jongen, die enige tijd voordat ze echt uitvliegen in het gras vertoeven, wordt een stuk groen afgezet en worden honden geweerd.
De weidevogelpopulaties worden landelijk beschermd binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Er zijn in dat kader afspraken met boeren gemaakt over het beheer van het buitengebied. Dit is daarom geen taak voor de gemeente Den Haag. Daarbij zijn er op Haags grondgebied geen weides die daar een significante betekenis in hebben.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

[1] Met de milieueffectrapportage (m.e.r.) wordt de procedure bedoeld om een Milieueffectrapport (het MER) op te stellen.

Reacties:

1. Op 2012-08-27 18:31:20 schreef hans zweekhorst:

Gegroet,

Jullie hebben gelijk als we de feiten op een rij zetten. Maar het probleem verstedelijken is niet het enige probleem dat bijvoorbeeld uilen en weidevogels hebben.
Wij pleiten ervoor om bestaande situaties beter te benutten voor vogels (nestkasten, groenere tuinen en een diverser beheer. En in nieuw te creëren situaties vogels beter te integreren.
Overigens dank voor jullie initiatief.

Groet, hans zweekhorst
secretaris Vogelwacht Delft e.o.